De gewone zeehond is de meest voorkomende zeehondensoort in de Nederlandse wateren, inclusief de Waddenzee. Ze zijn herkenbaar aan hun ronde kop met grote, donkere ogen en een korte snuit. Hun vacht heeft een gevlekt patroon en varieert in kleur van grijs tot bruin.
Leefgebied en gedrag
Gewone zeehonden leven langs beschutte kusten, zoals zandbanken en riviermondingen. Ze zijn uitstekend aangepast aan het getijdengebied van de Waddenzee en rusten vaak uit op drooggevallen zandplaten bij laag water. Wanneer het water stijgt, trekken ze weer het water in om te jagen op vis.
Voeding en voortplanting
Deze zeehonden voeden zich voornamelijk met vis, zoals haring, kabeljauw en platvissen, maar ook met kreeftachtigen en inktvissen. Ze duiken gemiddeld 2 tot 3 minuten om hun prooi te vangen, maar kunnen tot 10 minuten onder water blijven.
In juni en juli worden de pups geboren. Anders dan bij de grijze zeehond wordt een pup van een gewone zeehond al na enkele uren geboren met een gladde vacht en kan hij direct zwemmen. Moeder en pup blijven een paar weken samen, waarna het jong zelfstandig moet overleven.